Ode aan de Stervende Zwaan

Bron: www.dekelderklasse.nl

Ode aan de Stervende Zwaan

Iedere week schrijft Dion van Meel een ode aan de Kelderklasse. Aan onze onvoorwaardelijke liefde voor knollenvelden, harde ballen en bier. Van Meel staat aan de zijlijn en geeft commentaar. ’t Zit ‘m in de details. Als laatste column voor winterstop schrijft hij een Ode aan de Stervende Zwaan.

De Stervende Zwaan is de enige dans die wij Kelderklassers tot in de puntjes beheersen. Die we uit stilstand kunnen uitvoeren. Die we na een klein tikkie op onze enkel, kuit, hoofd of teen uit onze mouw kunnen schudden als ware ballerina’s. De Stervende Zwaan is onze dans, omdat wij Kelderklassers weten hoe het is om iedere week een beetje te sterven. Als zwanen die heel hun leven samenblijven, zoals de Kelderklasser en zijn drie helften.

Oké, zwanen kun je ons niet bepaald noemen. We kunnen bijvoorbeeld allang niet meer vliegen, hoogstens nog met enige moeite de lat aantikken. Onze vleugels zijn al jaren geleden gescheurd, onze poten afgetrapt en ingetapet en er is niks sierlijks meer aan ons op een voetbalveld. Niks elegants. Niks gracieus. Niks modieus. Misschien de gel op onze kop of onze gekleurde schoentjes. Voor de rest zijn we vies, vet en over datum. Lopend met de kop naar beneden en zwoegend in de modder. En af en toe zetten we een snavel op. Naar de scheids, de tegenstander en onze eigen voeten. Tot zover de gelijkenissen met een zwaan.

Hier móet je krijsen alsof je wordt opengespleten als een frikadel speciaal. Dion van Meel

Maar sterven, dat is iets wat je aan ons kunt overlaten. We creperen als het stervenskoud is, laten ons team stikken bij het minste en ons talent is al lang vergaan. We mislukken, bezwijken en zwichten. We verrekken onze spieren en verteren op het veld. We gaan ter onder aan de gedachte dat we nog wel wat kunnen met de bal, en aan verliespartijen. Daar, op het veld, sterven we wekelijks een beetje in ons Kelderiaanse harnas. Een harnas gemaakt van tape, tijgerbalsem en een dikke laag vet dat ons op de been houdt. Vechtend tegen de verdrinking in een meer van eenzaamheid zonder voetbal, proberen we onze kop boven water te houden.

De Stervende Zwaan vertelt dit verhaal, een verhaal gevuld met Kelderklasse. Een verhaal van liefde, vergankelijkheid, overleving en overdrijving. Want in de Kelderklasse móet je overdrijven om te overleven. Hier móet je schreeuwen, duiken en vallen. Hier móet je krijsen alsof je wordt opengespleten als een frikadel speciaal. Alles om te overleven in de bikkelharde wereld van de Kelderklasse. In een wereld van a-motorische zaagmachines en vergane glorie. We zullen elkaar moeten blijven ontwijken en theater moeten blijven spelen zolang we voetballen. Want we weten allemaal: ooit worden we wél geraakt. En dan is het klaar.

Dus dramatiseer en blaas het op. Schreeuw met je hoofd in de lucht, val op je zij en rol door tot je bij de kleedkamers bent. Naai die back een kaart aan, bedonder de scheids en maak de tegenstander furieus. In jouw theater. Met jouw dans. De Schwalbedans. De Dans Der Irritatie. De Dans van de Kelderklasser. Val groots en sta weer op. Sta je per ongeluk op de teen van een tegenstander? Applaudisseer dan voor zijn act. Zijn dans. Zijn moment. Want De Stervende Zwaan is van ons allemaal.

Wij zijn geen aanstellers. Wij zijn kunstenaars.