Hans wilde gewoon de bal spelen, maar trok per ongeluk iets te hard aan de handrem

Bron: www.dekelderklasse.nl

Hans wilde gewoon de bal spelen, maar trok per ongeluk iets te hard aan de handrem

Hans wilde gewoon de bal spelen, maar trok per ongeluk iets te hard aan de handrem

“Ej joh! mafkees! Hé! Hij moet maandag weer gewoon werken hoor!”

Zojuist toonde Hans zijn waarde voor het elftal weer eens door lekker kort op zijn man te zitten. In andere woorden: hij zaagde de achillespezen van zijn tegenstander op de middenlijn dwars doormidden toen -ie de bal kreeg ingespeeld. Nou ja, de bal was al vijf seconden weg toen Hans z’n zaag inzette. Hans, beter bekend in de contreien als de Butcher van Bakel, was te laat. Maar zijn teamgenoten namen ‘m niks kwalijk. Hans kon er nou eenmaal geen hout van. Hij wilde gewoon de bal spelen en trok per ongeluk iets te hard aan de handrem.

En dat is precies waarom de perfecte zaag, de zaag uit onkunde, zo mooi is: hij is nooit zo bedoeld. Ik ben niet tegen een flinke tackle. De Kelderklasse is nou eenmaal hard. Bikkelhard. Daar moet je tegen kunnen. De Kelderklasse heeft geen mededogen voor technische lieverdjes. Geen loyaliteit naar voetballers met gelharen of biljartlakens. Het is er hard, grimmig en grauw. De Kelderklasse is een immer tikkende tijdbom, een staakt-het-vuren dat binnen no-time kan omslaan naar een oorlog. Het enige wat daarvoor nodig is, is een simpele zaag. Een bikkelharde, klassieke en rake zaag, maar wel eentje die voortkomt uit onkunde. Dat is dus geen bewussie op onze broze enkels gericht.

Want laten we er niet omheen draaien: de bewuste zaag is zielig en de bewuste zager vaak een nare vent. Een sneu geval dat op zoek is naar de kortste weg voor een taakstraf. Een domme recreant die nooit heeft geleerd z’n gevoelens te uiten door te praten. Een iets te helder uit de ogen kijkende pillenslikker die is uitgeschoten met z’n armen in de fitness en is vergeten z’n benen te trainen, met een plakplaatje met de naam van een ex-neukertje op z’n 16e in z’n nek. Een sociaal gestoorde jongeman die graag z’n shirt uittrekt tijdens Hardcore-feestjes of na 90 minuten zagen, omdat –ie een opgepompte borstkas heeft om z’n inhoudsloze hersenpan te masceren en niet beseft dat zijn aanslag op de al zo krakende enkels en knokige knieën van ons voetbal-liefhebbende recreanten zomaar het laatste zetje kan zijn naar de verdoemenis die we allen zo vrezen: het voor altijd vrije weekend zonder het potje voetbal.

Maar Hans bedoelde het allemaal niet zo. Hans is een eerlijke amateurzager die altijd z’n stinkende best doet, maar het gewoon niet meer in zich heeft om het allemaal te belopen en de verloren meters probeert te herstellen met een sliding die altijd uitmondt in een zaag, een perfecte zaag uit onkunde. De zaag uit onkunde is knullig en altijd slecht getimed, met het verkeerde been liefdevol verstrengeld in de benen van de tegenstander en niet op de bal. De zaag uit onkunde is geen zaag die de tegenstander de vernieling in wil schoppen; het is gewoon een sliding als laatste redmiddel, maar dán uitgevoerd door iemand die het voetbal simpelweg niet heeft uitgevonden. En dat kunnen we ‘m niet kwalijk nemen. De zaag uit onkunde is aandoenlijk. Knullig en aandoenlijk. Hij had zo graag de bal willen raken, maar het was weer niet gelukt.

Hulde daarom, aan de Butcher uit Bakel, de Zager van Zaamslag, de Schaaf van Schapenbout. Allen hebben ze een kwaliteit die onmisbaar is op onze slechte velden: zagen als een echte houterige houthakker. Want wat zou het voetbal zijn zonder hun zaag? Een kleurloos schouwspel zonder plot. Een wedstrijd zonder kaarten, vieze knieën en opstootjes. De zagers zijn de olie die het vuurtje nodig heeft. Laat ze dus gaan, laat ze glijden, laat ze zagen. Ooit zullen ze die bal raken en zeggen dat het geen zaag was, maar een sliding. Wij weten wel beter.