Ode aan kantinevlees

Bron: www.dekelderklasse.nl

Ode aan kantinevlees

Ode aan kantinevlees

Iedere week schrijft Dion van Meel een ode aan de Kelderklasse. Aan onze onvoorwaardelijke liefde voor knollenvelden, harde ballen en bier. Van Meel staat aan de zijlijn en geeft commentaar. ’t Zit ‘m in de details. Dit keer schrijft hij een ode aan het verrukkelijke eten uit de kantine.

“Zullen we een documentaire kijken?”

Het was woensdag. Op die dag zitten De Baas en ik in de avond vaak samen op de bank met een afstandsbediening tussen ons in. Dat is romantisch. Ik had gehoopt dat ze zou zeggen: “Zullen we How to be a man terugkijken? Dat is een documentaire waarin de Engelse semi-amateurclub Woking FC wordt gevolgd.” En dat we dan samen, nippend aan een blik Schultenbräu, beelden vol oude doelen, hard werk en lelijk voetbal zouden kijken. Het mocht niet zo zijn; De Baas had al wijn gehaald. Dus die avond keken we samen naar Game Changers, een documentaire over de opmars van de veganist, met als conclusie: vlees is slecht, plantaardig voedsel is goed en Arnold Schwarzenegger is nog steeds breed.

Het moet gezegd: de docu keek lekker ouderwets Amerikaans weg. Er waren overtuigde topsporters aan het woord, de gruwelijke uitbuiting van dieren werd helder in beeld gebracht en veganistische eters-penissen bleken volgens een klein onderzoekje harder in opgewonden stand dan vleeseters-penissen. Echt? Ja, echt. Ontspan: het was niet wetenschappelijk bewezen.

Maar goed, een beetje bewustzijn creëren was nooit verkeerd. Tot dusverre een vermakelijke docu en avond. Tot De Baas voorstelde om dit ook eens te proberen: vleesloos eten. Vorige week had ze de docu Mijn seks is stuk gekeken, waardoor m’n half stijve vleespenis na die docu iedere avond in de vorm van een wokkel werd gedraaid, dus je kunt ’n beetje inschatten hoe ’t gaat bij mij thuis: zij bepaalt en kookt, en ik ga akkoord en eet.

Ik stemde toe.

We zijn nu twee weken verder en ik ben 2 keer de fout in gegaan. 2 keer in de kantine. Die heerlijke kantine. Die aangenaam warme, lelijk ingerichte, ouderwetse kantine. Daar waar ik thuiskom na een fijne pot voetbal. Waar oude bekers en bruingekleurde opgekrulde vaantjes verstoffen achter vettige glasplaten en de vrijwillige liefde zich huisvest achter kantinebar en -balie. Daar waar jong en oud samenkomen voor bier en eten. Voor uitrusten en bijpraten. Voor dronken worden en schreeuwen.

Als ik haar zie, die o zo mooie kantine, denk ik aan vlees. Aan vlees met bier en saus. Aan het hangen over de kantinebalie met een koude pils in de hand, wachtend op mijn bestelling, ondertussen kijkend naar de baliemedewerkster die alvast liefdevol m’n broodje bedekt met een dikke laag vette mayo terwijl de snack langzaam boven komt drijven in een frietpan die je al ruikt als je nog op het veld staat.

Maar sinds die docu voel ik ook de angst. De angst voor dit soort aan populariteit winnende pro-veganistische documentaires. Voor voetballende veganisten die de voetballer hun ideologische propaganda zullen opdringen. Voor propaganda die langzaam de kantine binnendringt en haar naar de gallemiezen zal kunnen helpen. Propaganda die de geur van vettig vlees voor eeuwig zal kunnen doen verdwijnen.

Hoe moet dat straks als de wereld doorslaat? Als alles verandert, bang als de wereld is, en we zelfs geen vlees meer zullen kunnen eten in de kantine? Als we ons op gekleurde schoenen in het zweet hebben gewerkt op kunstgras en vervolgens bij de kantinebalie enkel nog planten op een broodje kunnen bestellen zonder mayo? Als we straks geschilde aardappelen lopen te kanen zonder saus, en een met vleesvervangers gevulde sojastaaf in onze handen zullen krijgen geduwd? En als er lauwe soja langs onze mond zal lopen als we in een nepbitterbal hebben gehapt in plaats van heerlijke slierten veel te heet vlees? Het kan niet. Het mag niet.

Allemaal niks ten nadele van gezond eten he. Gezond eten is prima. Houden we ’t misschien iets langer vol op een voetbalveld. Schiet de kramp er eens een keer pas in de tweede helft in. Maar niet in ónze kantine. Ik zal het volhouden en thuis braaf m’n vleesvervangers eten. Ik zal zeggen dat ik vegetarisch eet en vlees afvallen. Maar ieder weekend zal ik verlangen naar een derde helft met bier, grappen en vlees , trouw m’n snack met saus bestellen, me volvreten en flink aankomen.

Man. Ik verlang nu alweer naar een snack. Een snack met vet vlees en saus.

Klote-inhaalweekenden.