Vraagtekens bij jaarlijks soccerevent

Vraagtekens bij jaarlijks soccerevent

door Ben van den Aarssen

BURGH-HAAMSTEDE – Een veredeld winterkampioenschap voor Schouwen-Duiveland mag je het niet noemen. Daarover zijn de meeste betrokkenen bij het Pepsi Indoor Soccerevent het wel eens. Niettemin wordt er reikhalzend uitgekeken naar het jaarlijkse evenement in sportcentrum Westerschouwen te Burgh-Haamstede.

De eerste week van het nieuwe jaar staat voor de eilandelijke voetballers volledig in het teken van soccer. Duiveland wordt algemeen gezien als de voornaamste titelkandidaat. „Als zij in staat zijn om hun beste spel te spelen kan niemand hen stoppen. Tactisch en kwalitatief zijn ze de beste, met mogelijk Zierikzee als belangrijkste outsider.“

Aan het woord is Lesley Wolters, inspirator en organisator van het evenement. Wolters wil niet spreken van een gedevalueerd toernooi, nu SKNWK en Zonnemaire hebben afgezegd. Wel zijn er vraagtekens. „Mijn sponsorgeld is gekoppeld aan deelname van elke vereniging op het eiland. Dat uitgangspunt staat nu ter discussie. De toekomst van het soccerevent valt of staat met wat de clubs willen. Ik reken me de gang van zaken ook zelf aan. Ik heb het dit keer via de regio-vergadering gespeeld. Ik had er misschien zelf meer bovenop moeten zitten.“

Dubbelrol

Door de deelname van twee teams van Zierikzee blijft in de herziene opzet toch een interessante poule-indeling overeind. Voor doelman Erik Schot, vorig jaar met de reserves van Zierikzee de grote uitblinker in de finale, betekent het een aardige dubbelrol. Als gelegenheidscoach van de hoofdmacht en als keeper van titelverdediger Zierikzee 2 heeft hij twee ijzers in het vuur. Schot stopte vorig jaar in de finale tegen ZSC’62 na een 2-2-eindstand drie shoot-outs op rij. „Natuurlijk ben ik daar de laatste dagen al weer aan herinnerd. Het toernooi leeft wel.“

Ondanks de zoete herinneringen heeft Schot ook zijn bedenkingen. „Het gaat altijd tégen Zierikzee, ik hou daar niet van. Als wij verliezen, is het toernooi voor de tegenstander al geslaagd. Het is triest dat we op dit kleine eiland niet op één lijn kunnen komen. Het houdt op deze manier ooit een keer op met voetballen op Schouwen. Het is onvermijdelijk dat op termijn ploegen in deze regio meer moeten gaan samenwerken, zeker bij de jeugd. Dat besef is nog lang niet overal doorgedrongen en leidt op toernooien altijd tot verkeerde sentimenten. Daardoor is het spel bij het soccer vaak veel te hard. Gelukkig komen er scheidsrechters van buiten het eiland. Naar onze eigen mensen wordt helemaal niet geluisterd.“

Martin Kiesenberg, voetballer van verliezend finalist ZSC en tevens in de zaal actief bij De Zeeuwse Stromen, herkent zich wel in de woorden van Schot. „Ik weet ook niet precies wat het is, maar die felheid sluipt er tegen Zierikzee automatisch in. Terwijl ik het hartstikke mooi vind dat ze tweede klasse spelen en ik me zorgen maken over het niveau van het Schouwse voetbal in het algemeen.“

Ondanks die sluimerende bezetenheid is er bij Kiesenberg vooral ook veel relativering.

„Ik doe mee voor het plezier. Je spreekt weer eens een keer met jongens van andere verenigingen. Dat vind ik belangrijker dan winnen. Een echte krachtmeting is het zeker niet. Daarvoor zijn de selecties te willekeurig samengesteld. Gelukkig zitten er bij elk team wel een paar echte zaalvoetballers. Die jongens hebben toch meer balgevoel en techniek in huis, waarmee ze zich onderscheiden van anderen. Maar, het blijft altijd afwachten met welke jongens de verenigingen komen. Daarom is het ook geen kampioenschap. Ik laat ook liever op het veld zien wie de beste is.“

Bezwaren

DFS-trainer Edwin Kriens onderschrijft de mening van Kiesenberg. ý„Het toernooi is in mijn visie vooral een sociale gebeurtenis, een gelegenheid om collega-trainers en voetballers van andere verenigingen te ontmoeten. Bezwaren van medische aard, zoals veel veldtrainers hebben als het om zaalvoetbal gaat, heb ik niet. Blessures kun je ook op het werk oplopen. Voor de scheidsrechters is een belangrijke rol weggelegd, vooral ook vanwege de boarding. Daardoor blijft het spel lekker snel, maar neemt ook de kans op blessures toe. De bal blijft nogal eens onder de boarding vastzitten. Dat kan leiden tot felle duels. Op die plekken moeten de scheidsrechters het zeker kort houden. Dan is er niks aan de hand.“

In het hoofd van organisator Wolters borrelen ondertussen de vernieuwende ideeën. „Het moet leuk blijven om deel te nemen. Daarom zou je kunnen denken aan het laten spelen van een team met oud-profs of andere coryfeeën. Zo’n team spreekt tot de verbeelding en vergroot de motivatie om als vereniging wél te komen. Ook kun je sleutelen met de toernooiformule en bijvoorbeeld een promotie/degradatie-regeling invoeren, waarbij teams gaan spelen voor een A- en een B-kampioenschap. Tot nader order blijft de huidige opzet echter gehandhaafd. De clubs moeten laten weten wat ze willen.“