Meeuw en Treijtel zijn één

door Rudy Boogert

NIEUWERKERK – En natuurlijk kwam-ie weer voorbij gevlogen: de kokmeeuw! Zijn leven lang zal Eddy Treijtel in één adem genoemd worden met de meeuw die hij op 15 november 1970 uit de Rotterdamse lucht schoot.


Eddy Treijtel vermaakt zijn toehoorders in Nieuwerkerk met sappige verhalen uit de oude doos. foto Dirk-Jan Gjeltema

Ook in Nieuwerkerk was er gisteravond geen ontkomen aan bij de sponsoravond van SKNWK. Maar nog steeds verhaalt de voormalig Feyenoord-doelman met een glimlach over zijn voltreffer in de derby bij Sparta. “Het heeft me toch een klein beetje legendarisch gemaakt”, zei hij.

Een bijdetijdse toehoorder vroeg Treijtel of hij nooit negatieve reacties op zijn dodelijke schot heeft gehad. Hij refereerde aan een voorval bij de amateurclub Rijnsburgse Boys waar een gefrustreerde speler een op het veld gedropte kip liet kennismaken met het leer van zijn voetbalschoen. “Voor de rechtbank kreeg hij als straf om levenslang voor die kip te zorgen.” Hilariteit alom.

Treijtel reageerde ad rem. “Ik zorg ook levenslang voor mijn meeuw. Hij staat bij Feyenoord in het museum. Af en toe poets ik ‘m nog op en dan glimt-ie weer mooi.” De meeuw is postuum nog altijd goed voor een gulle lach.

Ook het tweede ijkpunt uit zijn lange carrière ging Treijtel, inmiddels 62 jaar, niet uit de weg. Een halfjaar voor het gevleugelde nekschot beleefde hij ‘een van de grootste teleurstellingen’ uit zijn leven. Treijtel was het hele seizoen eerste keus bij Feyenoord, maar juist in de finale van de Europa Cup 1 passeerde de ondoorgrondelijke coach Ernst Happel hem. Een andere Eddy, good old Pieters Graafland, werd in zijn nadagen plots opgetrommeld.

“Ik had niet de goede vorm, vond Happel. Ik denk dat een wedstrijd uit bij Ajax de belangrijkste reden was. We stonden met 3-1 voor toen Wim Suurbier een voorzet van de zijkant gaf.” Met een knipoog: “Normaal gaf hij nooit een goede voorzet.” Weer serieus: “Johan Cruijff gaf een duw tegen mijn arm en de bal ging er vervolgens in.”

Op het fysieke vlak had Treijtel een min gescoord in de ogen van Happel. “Onze tegenstander in de finale, Celtic, was juist een fysiek sterke ploeg. Daarbij baseerde Happel zijn visie op psychologie.” Zijn psychologisch zet om Celtic-coach Jock Stein, die bij Ajax-Feyenoord op de tribune zat, te tackelen was een keepersruil. Tot verdriet van Treijtel.

“Maar het belangrijkste was dat Feyenoord als eerste Nederlandse club de Europa Cup 1 won.” “Ik heb geprobeerd om positief met die wissel om te gaan. Ik denk dat je alleen kunt leren van teleurstellingen. Als je daar goed doorheen komt, ben je voor de toekomst op de goede weg. Ik denk dat dat me redelijk gelukt is.” Zijn erelijst staaft die bewering. Hij won met Feyenoord landstitels, bekers en de Uefa Cup. Vervolgens werd hij ook met AZ nog landskampioen en bereikte de finale van de Uefa Cup nog ‘s.

Treijtel vermaakte zijn publiek vervolgens nog met bespiegelingen over het huidige Feyenoord (“Succes kost geld”) en sappige verhalen uit de oude doos (“Jurgen Kristensen dronk de avond voor een wedstrijd vijf pijpjes bier om in slaap te komen”). Na een welgemeend applaus en een babbel aan de bar, vloog hij weer uit. Hij wel..