Kees kan er geen kloot van en staat toch ieder weekend in de wei

Bron: www.dekelderklasse.nl

Voetbal is winnen. Willen vechten om de bal. De beste willen zijn en juichen na het fluitsignaal. En voetbal is genieten. Van technische hoogstandjes en wereldgoals. Van flamboyante technici en beukende verdedigers. Van strakke velden, volle tribunes en the man of the match. Maar voetbal is ook Kees. Prutser Kees.

Kees kan er geen kloot van en staat toch ieder weekend in de wei

Kees kan er geen kloot van en staat toch ieder weekend in de wei. Kees maakt keiharde en domme overtredingen, maar haalt zelf de ijszakken. Kees biedt acht keer z’n excuses aan na iedere foute pass en haalt ieder weekend na de wedstrijd voor iedereen een biertje, omdat –ie er geen kloot van kan.

Kees is een prutser. En dat is helemaal oké. Want veel meer dan wereldgoals, prachtig voetbal en mooie velden is voetbal gepruts. En gepruts, met al haar prutsers, klunzen en kneuzen, is onmisbaar in ons voetbal.

Deze prutsers, klunzen en kneuzen, deze houthakkers van het voetbalveld, zijn de reden dat we opstaan voor een wedstrijddag. De reden voor blauwe tenen, dikke enkels en ijsbeentjes, maar ook voor prachtige verhalen op de maandag. De reden dat we blijven geloven in onszelf, omdat het het altijd nog slechter kan. Zij zijn de reden dat we juichen. Want struikelpartijen, domme overtredingen en gemiste kansen zijn soms nog mooier dan wereldgoals. De prutser geeft ons de garantie van de lach. Zonder de prutser was voetbal maar een saaie bedoeling. Een kale vlakte met een enkele boom. De prutser giet water op de droogte. Gooit olie op het vuur. De prutser is de man die 0-0-wedstrijden kan omtoveren tot hilarische cabaretvoorstellingen of tranentrekkende toneelstukken.

Dus als Prutser Kees weer eens met z’n gezicht in de natte klei ligt om half 11, omdat –ie door bleef rennen terwijl z’n broekje ter hoogte van z’n knieën hangt omdat de tegenstander geen zin had om mee te rennen en dus Kees’ broekje maar naar beneden trok met als gevolg dat Kees na drie meter over z’n eigen broekje struikelde, applaudisseer dan. Juich. Joel. Schreeuw. Voor Kees. Want ook al zaagt Kees medespelers omver, mist -ie altijd voor open doel en staat –ie constant buitenspel, wij weten ook: Kees kan niet beter. Kees bedoelt het goed. En Kees haalt bier na de wedstrijd.