Maurice Bernard aanjager van het team

door Michiel Bouwman.

DOMBURG – Daar sta je dan, als aanjager en aanvoerder van je club, geblesseerd langs de kant. Normaal had hij nooit wat, maar de blessure aan zijn enkel was zwaarder dan gedacht. Maurice Bernard (29) miste het merendeel van de eerste seizoenshelft, maar is nu weer fit om met zijn Domburg de strijd aan te gaan.

“Op de eerste training van het seizoen liep ik een scheurtje in mijn enkelband op”, blikt Bernard terug. ,,Ik dacht: dat valt wel mee en ik ben gewoon door blijven trainen. Pas twee weken voor de eerste wedstrijd had ik door dat het met voetballen niets zou worden. Daar heb ik een dure prijs voor betaald. In november kon ik pas weer voetballen. Het is verschrikkelijk om van de kant toe te moeten kijken en te moeten zien dat het niet lekker loopt. Ik ben overfanatiek, de aanjager van het elftal. Dan kom je af en toe wel eens als een halve zool over als je langs de kant staat…”

Maurice Bernard – wiens tweelingbroer Michiel en oudere broer Micha ook in het eerste elftal spelen – draagt sinds drie jaar de aanvoerdersband van Domburg. Hij was de opvolger van Ko Uitterhoeve. “Die band ging eigenlijk automatisch naar mij”, zegt Bernard. ,,De trainer heeft dat vervolgens overgenomen. Ik ben toch wel een van de leiders van het elftal. Op mijn zeventiende debuteerde ik, in een oefenwedstrijdje tegen RCS. Sinds mijn negentiende zit ik vast bij de eerste selectie.”

Waar het vorig seizoen zo makkelijk ging in de vierde klasse, zo moeizaam gaat het nu een niveau hoger. Domburg staat drie punten voor op hekkensluiter SKNWK, maar heeft wel twee wedstrijden meer gespeeld. ,,Ik ben helemaal niet tevreden”, stelt Bernard. ,,We staan nu op een plaats waar we niet thuishoren en krijgen veel te makkelijk doelpunten tegen. We zijn te lief, moeten harder zijn. Vorig seizoen maakten we dan vijf goals en kwam het wel goed. Tegen Heinkenszand (2-1 verlies) stonden we 1-0 voor en kregen we twee tegendoelpunten binnen een minuut. Dat kán niet. Een gebrek aan concentratie? Zou kunnen. Als we gewoon voetballen, kunnen we tegen iedereen mee. Maar als we een klap krijgen, is het vertrouwen weg en gaan we de lange bal spelen. Dan wordt het moeilijk, daar hebben we de ploeg niet voor. Onze kracht is de teamprestatie. Dat hoor je vaker bij ploegen, maar Domburg is toch wel uniek. In de winterstop zijn we en weekendje weggeweest naar Valkenburg. Daar hebben we niet veel getraind, maar vooral groepsgevoel gekweekt. Niet dat dat nodig is, want iedereen kent elkaar. We wonen allemaal op Domburg of Aagtekerke.”

Ook trainer John Tahapary raakt steeds meer gewend in Domburg. Niet voor niets verlengde de Goesenaar in de winterstop zijn contract met een jaar. Bernard, stellig: ,,Hij is een goede trainer voor ons. Hij is rustig langs de lijn en staat open voor kritiek. Hans van de Rafelaar (de voorganger van Tahapary) is juist druk. Hij is een goede trainer, maar een ander verhaal.”

En laat Van de Rafelaar nou net trainer zijn bij De Meeuwen, tegenstander van Domburg morgen. ,,Thuis verloren we met 1-4″, zegt Bernard. ,,Elk schot van hen veranderde toen in goud, alles vloog erin, waaronder drie vrije trappen. Dat zie ik niet weer gebeuren. De organisatie staat nu beter, het belang is groter en aan strijd en aan werklust ontbreekt het niet. Mijn vriendin voetbalt bij De Meeuwen, dus dat wordt nog een leuke strijd thuis… Zij hebben voorin veel individuele kwaliteiten. Onze kansen? Die krijgen we iedere wedstrijd wel. We moeten beginnen met de duels te winnen.”