Vliegende Kiep

Als we een partijtje gingen voetballen als jongens en niemand wilde op goal dan speelde je met een vliegende keep. Bij SKNWK is er nog eens een jeugdtrainer geweest, die er een vreselijke hekel aan had als de keeper, als hij geen bal te doen had heel de wedstrijd, als vliegende keep mee ging spelen. Deze column gaat over een andere vliegende keep.

Hij zat op de Handelsschool, want z’n vader had een groothandel in fruit en conserven. Hij was een moeilijke puber, die de school maar niks vond. Vader had dat in de gaten en zei, dat als je wat wilde worden in de wereld, je talen moest kennen. Hij stelde zoon Gerrit voor eerst naar Engeland te gaan om Engels te leren spreken. Gerrit zag dat wel zitten, want hij hield van voetbal. En Engeland was de bakermat van het voetbalspel. Gerrit ging inwonen bij een Londense slagersfamilie. Hij leerde Engels, maar verveelde zich rot. Op zijn wandelingen door Londen ontdekte hij dat Hollandse uien erg prijzig waren. Hij regelde met z’n vader een vracht uien en zo rolde hij ook in de groentehandel.

Toch miste hij het voetbal. Hij was eerst linksbuiten geweest en door een toeval op goal komen te staan bij de A’tjes. Hij bleek toen talent voor het keepen te hebben. Nu in Londen probeerde hij een proefwedstrijd te regelen, maar de Engelsen zaten niet op hem te wachten. Zo’n Hollander, die misschien wel op klompen in het doel gaat staan, moesten ze niet.

Eindelijk lukte het bij Millwall FC, dat in de hoogste League speelde. Gerrit maakte indruk en hij wordt gevraagd reservekeeper te worden. Na twee voetballoze jaren kon hij eindelijk weer aan de bak. Millwall FC wordt in Londen ook The Dockers genoemd, omdat het opgericht is door Schotse dokwerkers. De club mocht als enige om kwart over drie met de wedstrijd beginnen, om de havenwerkers die uit de ochtenddienst kwamen de gelegenheid te geven op tijd in het stadion te kunnen zijn.

Maar Gerrit’s voormalige Hollandse club had keepersproblemen en de secretaris herinnerde zich nog het keepertje uit de A1, dat toen indruk op hem maakte. Hij zoekt contact met Gerrit in Londen en vraagt of hij niet een paar weken hen uit de brand wil helpen. En zo vloog Gerrit vier weekenden heen en weer van Amsterdam naar Londen om het doel van Ajax te kunnen verdedigen.

Op 1 april 1929 keept groenteman Gerrit Keizer tegen Stormvogels. De dag ervoor zat hij als reservekeeper op de bank bij Millwall, dat met 3-0 van Chelsea won. Gerrit kleedde zich na de wedstrijd pijlsnel om en nam de trein naar het vliegveld. Daar stapte hij in een gereedstaande Fokker F VII. Met vijf andere passagiers en een stewardess maakte Gerrit de winderige en koude vliegtocht naar Nederland. Zo kreeg hij de bijnaam: The Flying Dutchman.

Als 18-jarige jongen redt hij ,The Flying Dutchman, Ajax.

Gerrit Keizer in actie tijdens Ajax – Feijenoord.

Na dit avontuur gaat hij voor Margate Town FC keepen. Een bescheiden opstapje dat hem uiteindelijk naar het grote Arsenal zal voeren. Eerst speelt hij in het tweede team van Arsenal, maar als die een onderlinge wedstrijd winnen van de hoofdmacht door heel goed keeperswerk van Gerrit wordt hem een profcontract aangeboden. Eerst wil Keizer z’n ploegmaats niet in de steek laten, maar als daar een oplossing voor komt, tekent hij. In z’n contract staat dat hij z’n groentezaak ongehinderd kan voortzetten. Hij verdient per week zes pond, in die tijd 72 gulden.

Liefde voor het voetbal en voor je club waren toen nog normale waarden. Zijn ze dat in onze tijd ook nog?

Jan de Jonge, april 2013.